Rol van OR bij pensioen wordt groter

Eind december heeft staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken) het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden aan de Kamer aangeboden. Het wetsvoorstel dient de rol van de ondernemingsraad ten aanzien van de arbeidsvoorwaarde pensioen te verduidelijken. In het wetsvoorstel krijgt de OR instemmingsrecht over de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van pensioenregelingen bij zowel ondernemingspensioenfondsen, als ook verzekerde regelingen en pensioenregelingen bij premiepensioeninstellingen.  

In het huidige artikel 27, lid 1, onderdeel a van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft de OR instemmingsrecht bij vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling met betrekking tot een pensioenverzekering. In artikel 27, lid 7 wordt voorts de instemming van de OR geregeld bij vaststelling of intrekking van een pensioenovereenkomst die wordt ondergebracht bij een pensioenfonds. In lid 7 wordt echter niet gesproken over wijziging van de pensioenovereenkomst, waardoor onderscheid ontstaat in medezeggenschap op basis van de pensioenuitvoerder. Op aanbeveling van de SER wordt dit onderscheid naar pensioenuitvoerder weggenomen door in lid 1 reeds te verwijzen naar de pensioenovereenkomst. Hiermee heeft de OR instemmingsrecht bij de vaststelling, wijziging of intrekking van elke pensioenregeling, ongeacht de uitvoerder.

Tevens heeft de SER aanbevolen het instemmingsrecht van de OR betrekking te laten hebben op het arbeidsvoorwaardelijke aspect van de pensioenregeling en niet op de uitvoering ervan. Dit leidt ertoe dat, indien de uitvoeringsovereenkomst het arbeidsvoorwaardelijke aspect van de pensioenregeling beïnvloedt, de OR ook op dit punt instemmingsrecht heeft. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om de manier van vaststelling van de pensioenpremies of over de maatstaven en voorwaarden van indexatie. In het wetsvoorstel is een niet-limitatieve opsomming opgenomen van onderdelen uit een uitvoeringsovereenkomst die de arbeidsvoorwaarde pensioen raken. Naar onze mening valt de wijze van beleggen voor beschikbare premieregelingen hier ook onder. De wijze waarop de uitvoerder invulling geeft aan de beleggingen, beïnvloedt direct het rendement en werkt daarmee ook door in de hoogte van het te bereiken pensioen.

Bij een individuele pensioentoezegging of indien de pensioenregeling op cao-niveau wordt geregeld, geldt het instemmingsrecht van de OR niet. Ditzelfde geldt indien de pensioenregeling wordt uitgevoerd door een bedrijfstakpensioenfonds, omdat deze niet door de werkgever zelf worden geïnitieerd. 

20 januari 2016

Auteur(s) en meer informatie: