Verlaging van de lasten op arbeid per 2016

Met in de Miljoenennota 2016 aangekondigde verlagingen hoopt het kabinet de koopkracht van werkenden te stimuleren en de economie en werkgelegenheid te bevorderen. Daarnaast wil het kabinet de arbeidsparticipatie aan de onderkant van de arbeidsmarkt verhogen. Het kabinet verlaagt de lasten op arbeid met € 5 miljard, structureel per jaar. Deze lastenverlichting bestaat uit de volgende (samenstellende) onderdelen:

  • Een verhoging van de arbeidskorting voor inkomens tot ongeveer € 50.000 met maximaal € 700 (totaal
    budgettair beslag: € 2,6 miljard).
  • Een verlaging van de tarieven in de tweede en derde belastingschijf met circa 2 procentpunt (budgettair
    beslag: € 2,6 miljard).
  • Een verhoging van het aangrijpingspunt van het toptarief (budgettair beslag: € 0,8 miljard). Hierdoor gaan mensen vanaf een hoger inkomen dan nu het tarief van 52 procent betalen. Hiermee wordt het aangrijpings-
    punt van het toptarief meer vergelijkbaar met wat in andere landen gebruikelijk is.
  • Een impuls in de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) van € 0,3 miljard en een verhoging van de kinderopvangtoeslag van eveneens € 0,3 miljard om de arbeidsparticipatie van werkende ouders met jonge kinderen te bevorderen.
  • Een lage-inkomensvoordeel (LIV) om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken mensen met lage inkomens aan te nemen (budgettair beslag: € 0,5 miljard).
  • Medefinanciering van deze maatregelen door een volledige afbouw van de algemene heffingskorting (opbrengst van € 2,1 miljard).

16 september 2015

Auteur(s) en meer informatie: