Nieuwsbrief 2013-05 (Special - Krimp Witteveenkader 2015)

 


 

Nieuwsbrief 2013-05

 

Special - Krimp Witteveenkader 2015

 

 

Op 15 april 2013 is het Wetsvoorstel ingediend ter verlaging van de opbouwpercentages voor pensioen en maximering van het pensioengevend loon. De belangrijkste punten uit het wetsvoorstel, dat per 2015 moet ingaan, luiden als volgt.

 

Jaarlijkse opbouw daalt met 19% t.o.v. 2014

  • Het maximale opbouwpercentage voor eindloon wordt 1,55%
  • Het maximale opbouwpercentage voor middelloon wordt 1,75%
  • Voor beschikbare premieregeling geldt een vergelijkbare daling, waarbij op de pensioendatum getoetst moet worden aan het gemiddelde loon. Tot 2014 mag op de pensioendatum getoetst worden aan het laatstgenoten loon, hetgeen aanzienlijk eenvoudiger is en voor de deelnemer tot een hoger pensioen kan leiden.
 
PS 1: hoe het gemiddeld loon voor de toets in de beschikbare premieregeling moet worden vastgesteld wordt in nadere regelgeving nog uitgewerkt.
 
PS 2: ten opzichte van het huidige kader bedraagt de daling circa 23% van de fiscale ruimte.
 

Maximaal salaris van € 100.000

Als pensioengevend loon mag voor de opbouw een salaris van ten hoogte € 100.000 in aanmerking worden genomen. De AOW-franchise dient hierop nog in mindering te worden gebracht, zodat een maximale pensioengrondslag resteert van circa € 87.000. Het maximale pensioengevend salaris wordt jaarlijks aangepast met een contractloonontwikkelingsfactor.
 
PS 1: voor de toets op de pensioendatum aan de fiscale maxima, hoeft het hogere salaris vóór 2015 niet gecorrigeerd te worden. Deze uitzondering is expliciet in het voorstel opgenomen; er is echter niets bepaald over een uitzondering voor de hogere opbouwpercentages die vóór 2015 golden. Wij gaan er van uit dat deze evenmin gecorrigeerd hoeven te worden.
 

Afkoop hogere pensioenen

De Pensioenwet wordt zodanig aangepast dat pensioenuitvoerders verplicht worden om pensioenen die uitgaan boven de nieuwe hiervoor geschetste maxima af te kopen indien de deelnemer daar om verzoekt.
 
Bovenmatige / netto pensioenregelingen
  • Het wordt mogelijk een pensioenregeling te laten splitsen in een zuiver deel dat binnen de fiscale grenzen blijft en een onzuiver deel ter zake van een hogere opbouw dan 1,55% / 1,75% dan wel opbouw over een hoger salaris dan €100.000.
  • Het onzuivere deel bestaat uit netto betalingen waarvan de waarde in box 3 wordt belast bij de deelnemer.
  • Pensioenfondsen mogen het netto pensioendeel alleen uitvoeren, indien sprake is van een vrijwillige regeling.
 
PS 1: het is de vraag in hoeverre deelnemers genegen zijn om hun netto geld in een pensioenfonds te storten. De netto storting maakt alsdan deel uit van de collectiviteit waarop de deelnemer geen invloed meer heeft. Een individueel kapitaalgedekt pensioen ligt dan meer voor de hand.
 
PS 2: splitsen van pensioen is complex en onderhoudsgevoelig omdat de fiscale grens niet altijd precies tussen de twee reglementen blijft liggen.

 

Buitenlandse pensioenregelingen

  • Voor werknemers afkomstig uit EU-landen blijft het mogelijk dat hun voortgezette deelname aan een buitenlandse pensioenregeling voor fiscale doeleinden ongewijzigd voortgezet kan worden, ook al gaat het niveau van de buitenlandse regeling uit boven het nieuwe beperkte fiscale kader. Het wetsvoorstel heeft derhalve geen gevolgen voor deze groep.
  • Voor andere buitenlandse werknemers zal de Belastingdienst toetsen of de buitenlandse pensioenregeling vergelijkbaar is met het niveau van het nieuwe fiscale kader. De aftopping kan voor deze groep tot gevolg hebben dat een deel van de betaalde premie niet voor aftrek in aanmerking komt.
 
PS 1: voor werknemers uit niet EU-landen die nu opbouwen in hun eigen buitenlandse regeling betekent dit de regeling opnieuw moet worden voorgelegd aan de Belastingdienst.
 

Generatie-effecten

Het CPB heeft doorgerekend wat de effecten zijn van de voorstellen op basis van twee scenario’s:
  1. De pensioenpremie daalt in lijn met de lagere pensioenopbouw
  2. De pensioenpremie blijft constant ondanks de lagere pensioenopbouw. De betaalde premie wordt mede gebruikt voor extra indexatie van bestaande rechten.
De generatie-effecten van het eerste scenario zijn beperkt. In geval van een constante premie zijn de effecten forser en in het voordeel van oudere generaties.
 
PS 1: het kabinet gaat er van uit dat de lagere premie voor de beperkte pensioenopbouw voor het grootste deel wordt omgezet in een hoger bruto loon voor de deelnemer. Sociale partners hebben echter diverse malen aangegeven de premies niet te verlagen om zo de dekkingsgraden te verbeteren. Volgens CPB berekeningen komen jongeren dan slechter uit en zijn de gebudgetteerde opbrengsten niet in lijn met de praktijk.
 
PS 2: De Raad van State heeft zich vrij kritisch uitgelaten over een aantal onderdelen, met name over de cumulatieve effecten in samenhang met het Pensioenakkoord (reële stelsel). De staatssecretaris lijkt alle opmerkingen naast zich neer te leggen en is van mening niet te kunnen wachten op nieuwe wetgeving omtrent het reële stelsel.
 

Relatie met Sociaal Akkoord

In het Sociaal Akkoord (zie Nieuwsbrief 2013-04) is gepleit voor een zogenaamd nettopensioen waarover geen vermogensrendementsheffing plaatsvindt. Wij achten de kans aanwezig dat de regering na overleg met de sociale partners op dit punt nog wijzigingen zal voorstellen.

 

 


KWPS | Pensions | Employee Benefits | Tax | Financial Planning

World Trade Center | Tower D, Level 6
Strawinskylaan 679 | 1077 XX Amsterdam
T + 31 20 589 1818
E info@kwps.nl
W www.kwps.nl
kwps_pensioen
 


KWPS kan informeren en adviseren over de in deze nieuwsbrief gesignaleerde actualiteiten. Benader uw vaste contactpersoon bij KWPS of mail naar info@kwps.nl. Deze nieuwsbrief is met uiterste zorg samengesteld, doch geeft geen volledig beeld van de genoemde problematiek. Alle handelingen die naar aanleiding van deze nieuwsbrief worden ondernomen zijn voor eigen rekening en risico. KWPS is gevestigd te Amsterdam en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 34248760.