Aandelenoptieregeling: waarom wachten om werknemers te binden?

Publicatiedatum 19 mei 2022

Het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten wordt binnenkort opnieuw aangeboden aan de Tweede Kamer. De nieuwe behandeling is goed nieuws voor start- en scale-ups, maar waarom wachten tot 1 januari 2023 in deze krappe arbeidsmarkt? In deze actualiteit bespreekt KWPS alternatieven.

Wetsvoorstel aangehouden, maar ook opnieuw ingediend

In september 2021 is het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten ingediend. Naar aanleiding van twijfels van Kamerleden is de behandeling van het wetsvoorstel op verzoek van de staatssecretaris van Financiën. De twijfels van de Kamerleden zagen voornamelijk op de uitvoeringslasten alsmede de mogelijkheid van generieke toepassing van de aandelenoptieregeling. Immers, de regeling is bedoeld voor start- en scale-ups, niet voor multinationals. Er zou verkend worden hoe het wetsvoorstel gewijzigd kan worden om tegemoet te komen aan de twijfels en bezwaren.

De staatssecretaris heeft de Kamer op 4 april 2022 geïnformeerd over de uitkomsten van de verkenning. Opvallend genoeg blijft het wetsvoorstel ongewijzigd. De onderzochte aanpassingen blijken meer bezwaren te hebben dan dat knelpunten worden weggenomen. Daarnaast voorkomt het oorspronkelijke voorstel oneigenlijk gebruik zo veel als mogelijk, zodat aanpassing niet nodig blijkt te zijn. Inwerkingtreding van het wetsvoorstel zal, mits aangenomen, op 1 januari 2023 plaatsvinden.

Reden van het wetsvoorstel: voorkomen liquiditeitsproblemen

Momenteel is een werknemer belasting verschuldigd op het moment dat hij zijn aandelenopties uitoefent. De verkregen aandelen zijn bij start- en scale-ups echter vaak nog niet verhandelbaar, zodat geen liquide middelen vrijgemaakt kunnen worden om de verschuldigde loonheffing te voldoen.

Het wetsvoorstel maakt het mogelijk dat belastingheffing wordt verplaatst naar het moment waarop de verkregen aandelen verhandelbaar worden, naar de waarde van de aandelen op dat moment. Hierdoor worden liquiditeitsproblemen bij de werknemer voorkomen. Uiteraard treedt geen wijziging op in het heffingsmoment indien aandelen direct verhandelbaar zijn. Dit is bij beursgenoteerde bedrijven vaak het geval en zo wordt oneigenlijk gebruik voorkomen.

De staatssecretaris acht de maatregel in dit wetsvoorstel van belang voor de concurrentiepositie van start- en scale-ups. Start- en scale-ups hebben één doel voor ogen: het laten groeien van de onderneming. Cruciaal hiervoor is het aantrekken én behouden van werknemers die een substantiële impact hebben op deze groei. Gebrek aan liquide middelen maakt het aanbieden van een concurrerend salaris echter moeilijk. Voor bedoelde bedrijven kan een aantrekkelijke aandelenoptieregeling een groot verschil uitmaken.

Binding door middel van beloning: Long Term Incentive Bonus Plan

Met name voor het behoud van personeel zijn ook andere, eenvoudigere, instrumenten beschikbaar. Door middel van een Long Term Incentive Bonus Plan (hierna: LTIBP-regeling) bestaat nu al de mogelijkheid tot het aantrekken, behouden en belonen van werknemers die substantiële impact hebben op het strategische lange termijnplan van de onderneming.

Bij een LTIBP-regeling ontvangen werknemers een bonus in geld. De in enig kalenderjaar vastgestelde LTI-bonus wordt echter pas in één of meer toekomstige jaren uitbetaald. Welke termijn in acht wordt genomen is afhankelijk van het strategische lange termijnplan. Daarnaast bestaat vrijheid in het uitbetalingsschema van de LTI-bonus. Zo kan de bonus bijvoorbeeld drie jaar later in één keer worden uitgekeerd of kan gekozen worden voor een dakpansgewijze uitbetaling. Verlaat de werknemer de onderneming voor die tijd? Dan vervallen de nog niet ontvangen bonussen.

Tot slot

Een LTIBP-regeling streeft hetzelfde doel na als een aandelenoptieregeling: het binden van essentiële werknemers. Het is een aantrekkelijke regeling voor werkgevers die hun werknemers willen behouden en is eenvoudiger op te tuigen dan een aandelenoptieregeling. De werkgever zal wel zijn portemonnee moeten trekken, in tegenstelling tot bij een aandelenoptieregeling. Aangezien het betalingsmoment grotendeels in de toekomst ligt, biedt een LTIBP-regeling vaak mogelijkheden voor snelgroeiende en reeds gevestigde ondernemingen.

Meer informatie en contact
Dirk de Wit
senior consultant
Iris Derks
consultant