Bevestiging uitleg pensioengerechtigde leeftijd pensioenontslagbeding
Publicatiedatum 4 maart 2021
In veel oude arbeidsovereenkomsten is een pensioenontslagbeding opgenomen waarin wordt verwezen naar de term ‘pensioengerechtigde leeftijd’. Ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst was de pensioengerechtigde leeftijd in een pensioenovereenkomst meestal gelijk aan de AOW-leeftijd van 65 jaar. Het gerechtshof heeft in een uitspraak de bedoeling van de term ‘pensioengerechtigde leeftijd’ in het pensioenontslagbeding van een arbeidsovereenkomst bevestigd.
In geschil is de bedoeling van de term ‘pensioengerechtigde leeftijd’. Volgens de medewerkster is deze gelijk aan de pensioenrichtleeftijd zoals deze is opgenomen in het pensioenreglement van de pensioenuitvoerder. Op dit moment is de pensioenrichtleeftijd in het reglement 68 jaar. De medewerkster had dus verwacht door te kunnen werken tot haar 68e levensjaar. Volgens de werkgever staat de pensioengerechtigde leeftijd gelijk aan de AOW-leeftijd, in dit geval 66 jaar.
Het hof overwoog dat het gebruik van de term ‘pensioengerechtigde leeftijd’ als doel heeft gehad een objectieve voorwaarde in de arbeidsovereenkomst op te nemen inzake het pensioenontslagbeding. De leeftijd neergelegd in het pensioenreglement voldoet hier niet aan, omdat er mogelijkheden zijn voor de werknemer om de datum waarop het pensioen ingaat op verzoek van de werknemer te vervroegen of uit te stellen. De AOW-leeftijd is volgens het hof wel objectief bepaalbaar. Daarom heeft de rechter geoordeeld dat de term ‘pensioengerechtigde leeftijd’ wordt uitgelegd als de AOW-gerechtigde leeftijd. In dit geval dus 66 jaar.
Deze uitspraak is in lijn met eerdere uitspraken inzake geschillen omtrent de leeftijd in het pensioenontslagbeding. Is er een ontslagbeding aanwezig in de arbeidsovereenkomst, dan wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Is er geen ontslagbeding aanwezig dan kan de arbeidsovereenkomst worden opgezegd tegen of na de AOW-leeftijd.