Doelgroep voor 10% pensioenafkoop beperkt

In overleg met pensioenuitvoerders zijn de regels voor de afkoop van 10% van het pensioen (uitkering van een bedrag ineens) verder uitgewerkt. Op verzoek van de Eerste Kamer is de inwerkingtreding voor de opname van een bedrag ineens uitgesteld tot 1 januari 2023. Dit was nodig zodat pensioenuitvoerders in overleg met Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijd hadden om te bepalen welke aanpassingen nodig waren voor een soepele uitvoering. De Staatssecretaris van SZW heeft nu in een brief verslag gedaan van het overleg en de voorgestelde aanpassingen.

Uitstel betaling bedrag ineens

In het oorspronkelijke wetsvoorstel was er slechts sprake van één datum waarop het bedrag ineens uitgekeerd kon worden: de pensioeningangsdatum. In verband met negatieve belastingeffecten, is voorgesteld de deelnemer de keuze te geven om het bedrag niet op pensioeningangsdatum tot uitkering te laten komen, maar uit te stellen tot de maand februari van het jaar volgend op het jaar waarin de AOW-leeftijd wordt bereikt. Zie ook onze eerdere bijdrage hierover.

Doelgroep

Om tot een werkbare uitvoering te komen, is nu afgesproken de doelgroep te beperken. De uitstelmogelijkheid voor uitkering van het bedrag ineens is alleen beschikbaar voor personen die op de AOW-leeftijd met pensioen gaan. Dit kan zijn:

  • In de maand van het bereiken van de AOW-leeftijd, of
  • Op de eerste dag volgend op die maand.

Werknemers die vrijwillig of verplicht met pensioen gaan voorafgaand aan de maand waarin zij de AOW-leeftijd bereiken, kunnen dus geen gebruik maken van de mogelijkheid om de uitbetaling van het bedrag ineens uit te stellen. In zo’n geval komt het bedrag ineens dus tot uitkering op de pensioeningangsdatum. Daarnaast is de uitbetaling in de maand februari vervangen door januari van enig jaar.

Uitkeringsreeks ook aangepast

In het oorspronkelijke voorstel was opgenomen dat een werknemer, die gekozen had voor uitstel van betaling van het bedrag ineens, vanaf pensioeningangsdatum 100% pensioenuitkering zou krijgen. Pas op het daadwerkelijke uitbetalingsmoment in februari zou de berekening voor 10% afkoop worden gemaakt en voortaan 90% van het pensioen worden uitgekeerd. De uitkeringsstroom zag er dan kortgezegd uit als 100-10-90. Ingeval van overlijden vóór uitbetaling van het bedrag ineens, zou de gepensioneerde te weinig pensioen hebben ontvangen. Daarom is de uitkeringsreeks nu ook aangepast: 90-10-90. De uitkeringen worden zo op een andere manier over de tijd verdeeld en het bedrag ineens wordt direct op de pensioeningangsdatum vastgesteld. Het gevolg is dat de gepensioneerde vanaf pensioeningangsdatum direct de verlaagde uitkering krijgt uitbetaald. Ingeval van overlijden vóór uitbetaling van het bedrag ineens, ontstaat er voor de pensioenuitvoerder een nabetalingsverplichting ter grootte van het verschil van de reeds gedane uitkeringen op 100% en 90%.

Het wordt dus nog ingewikkelder

Naast de eerder door ons omschreven keuzestress en gebrek aan overzicht, komt er nu een ander aspect bij: de invloed van de werkgever. Indien de werkgever met een werknemer overeenkomt dat de dienstbetrekking wordt beëindigd en de werknemer zijn pensioenuitkeringen vervroegd laat ingaan, dan verspeelt de werknemer daarmee mogelijk zijn kans om het bedrag ineens op een fiscaal gunstig tijdstip te laten uitkeren. Van werkgevers mag op dit punt, vanwege hun zorgplicht, worden verwacht dat zij hun werknemers inzicht geven in de gevolgen van de te maken afspraken.

In 2022 zal er op www.berekenbenefits.nl een gratis rekentool ter beschikking komen, die werkgevers en werknemers de nodige handvatten kan verschaffen in dit proces.

29 oktober 2021

Auteur(s) en meer informatie: