Fiscale en juridische maatregelen (schijn)zelfstandigheid

In de voortgangsbrief van 16 december 2022 maken de Minister van Sociale Zaken en de staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) duidelijk dat werken als zelfstandige steeds minder vanzelfsprekend wordt. De overheid wil de balans herstellen door middel van een drietal lijnen, die deels al bekend zijn. Ook voor werkgevers zijn dit zeer belangrijke ontwikkelingen.

Onmiddellijk: meer handhaving van de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid

Bij (loon)controles van de Belastingdienst kan momenteel al blijken dat sprake is van een dienstbetrekking. Als er geen sprake is van kwaadwillendheid, dan geeft de Belastingdienst aanwijzingen die ertoe moeten leiden dat er een (fiscaal) einde aan de schijnzelfstandigheid komt. Is er wel sprake van kwaadwillendheid, dan kan de Belastingdienst handhaven. Dat houdt in dat zij correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen kan opleggen, eventueel vergezeld van een boete. Deze handhaving is versterkt en verbeterd en hiervoor is extra capaciteit vrijgemaakt. Zo wordt, in aanloop naar het opheffen van het bestaande handhavingsmoratorium per 1 januari 2025, de handhaving van de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen door de Belastingdienst ‘genormaliseerd’. De overheid gaat partijen ondersteunen bij het in één keer goed toepassen van wet- en regelgeving. Daarbij gaat het om opdrachtgevers en opdrachtnemers, koepels, brancheorganisaties, dienstverleners (financieel, fiscaal of anderszins) en overheidsorganisaties.

Spoedig: gelijker speelveld tussen contractsvormen

Om een gelijker speelveld te creëren (anders gezegd om zelfstandig werken minder interessant te maken), worden de volgende maatregelen genomen:

  1. Versnelde afbouw zelfstandigenaftrek, afschaffen van de fiscale oudedagsreserve (maatregelen uit het Belastingplan 2023) en introduceren van een arbeidsvormenneutraal pensioenkader (lijfrenteregime zoals het pensioensysteem; onderdeel Wet toekomst pensioenen).
  2. De al in het Pensioenakkoord aangekondigde verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen wordt verder uitgewerkt.
  3. Het opnemen van recente richtsnoeren van de Europese Commissie in de Leidraad Tariefafspraken zzp’ers door De Autoriteit Consument & Markt, zodat zzp’ers de volledige ruimte voor collectieve onderhandelingen met werkgevers kunnen benutten die de Europese Commissie biedt. Zzp’ers die tenminste 50% van hun totale beroepsinkomen via een opdrachtgever verwerven, zij aan zij werken met werknemers of via arbeidsplatforms werken, kunnen op basis van de richtsnoeren collectieve afspraken maken waarop het Europese kartelverbod niet (langer) van toepassing is.
  4. Uitbreiden van het aantal zetels binnen de Sociaal-Economische Raad zodat ook zzp’ers in de SER vertegenwoordigd zijn.

2025: verduidelijking regels beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden

Verduidelijking (codificatie van de jurisprudentie) moet het voor de markt, de uitvoeringsorganisaties en de rechtspraak inzichtelijker maken wanneer als zelfstandige of werknemer wordt gewerkt. Het kabinet wil daarmee bevorderen dat de wijze van beoordeling van arbeidsrelaties consistent is. Dit wordt gerealiseerd door de open norm van artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek te verduidelijken. In dit wetsartikel is nu vastgelegd: ‘de arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.’ In de wet zal worden vastgelegd dat van de open norm ‘werken in dienst van’ (materieel gezag) ook sprake kan zijn bij werk dat ‘organisatorisch is ingebed’ in de onderneming van de werkgever. Een belangrijke contra-indicatie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst is ‘zelfstandig ondernemerschap’. Deze drie hoofdelementen (materieel gezag, inbedding van het werk en zelfstandig ondernemerschap) worden de komende tijd verder ingevuld en uitgewerkt. Ook werkt het kabinet al een tijdje aan het een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst gekoppeld aan een uurtarief. In de zomer van 2023 moet een concept-wetsvoorstel het licht zien.

Auteur(s) en meer informatie: