Minister Schouten acht extern verlofsparen mogelijk
Publicatiedatum 16 maart 2022
Minister Schouten (voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) heeft in een kamerbrief van 15 maart gereageerd op de motie van de leden Dijk en Smeulders: extern verlofsparen is mogelijk. In september 2021 berichtten wij dat verlofsparen nog niet echt van de grond is gekomen, mede door de misvatting dat externe uitvoering (nog) niet mogelijk is. De bevestiging van de minister vormt hopelijk het startschot voor verlofspaarregelingen.
Verlofsparen
Het verlofsparen is een fiscale faciliteit die het mogelijk maakt voor een werknemer om een maximaal verlofsaldo van 100 keer de wekelijkse arbeidsduur (bruto) aan te houden. De essentie van deze regeling is het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van werknemers, bijvoorbeeld door een aantal jaren voor de pensioenleeftijd minder te gaan werken. Duurzame inzetbaarheid is mede door de krappe arbeidsmarkt en verhoging van de pensioenleeftijd, steeds belangrijker voor allerlei sectoren en werkgevers.
Knelpunten
In september 2021 berichtten wij dat veel werkgevers aarzelingen hebben bij het aanhouden van een grote ‘verlofpot’. Verlofsparen binnen de risicosfeer van de onderneming van de werkgever brengt immers een balansverplichting met zich mee en heeft grote impact op de solvabiliteit. Daarnaast kan de werknemer naar zijn verlofpot fluiten ingeval van faillissement van de werkgever. Deze knelpunten komen voort uit de misvatting dat externe uitvoering (nog) niet mogelijk is.
Startschot gegeven?
In haar kamerbrief legt de minister de bal bij de werkgevers en vakbonden met betrekking tot het vormgeven van externe verlofspaarregelingen. Wij merken op dat ook de wetgever aan zet is om enkele fiscale aandachtspunten, bijvoorbeeld op het gebied van waardeoverdracht, aan te pakken. Met de bevestiging van de minister dat de financiering van aanspraken op verlof bij een derde partij kunnen worden ondergebracht, lijkt toch eindelijk het startschot voor verlofspaarregelingen te zijn gegeven.
Tijd- of geldsparen?
De minister gaat in haar kamerbrief uit van sparen in tijd. Onder andere wordt opgemerkt dat een werkgever zal moeten bijstorten indien de rendementen niet hoog genoeg zijn om salarisstijgingen te dekken. Dit heeft erg veel weg van de systematiek van de eindloonregeling. Dit verbaast, aangezien het uitgangspunt in het pensioenakkoord juist het sparen van geld is. Wij merken in de praktijk heel duidelijk dat werkgevers met een boog om tijdsparen heen lopen en alleen in geldsparen een passende oplossing zien.