Premiestijging dreigt bij pensioenfondsen met VPL-aanspraken

DNB is bang dat pensioenfondsen niet voldoende geld opzij hebben gezet om de voorwaardelijke VPL-pensioenaanspraken te financieren. Ook de truc van het ABP om een jaar langer premie te kunnen incasseren, helpt onvoldoende. Het gevolg? De premies moeten omhoog of VPL-aanspraken omlaag.

Naar aanleiding van de afschaffing van de VUT- en prepensioenregelingen is het Sociaal Akkoord 2004 tot stand gekomen dat het mogelijk maakt arbeidsvoorwaardelijke afspraken te maken over voorwaardelijk pensioen. Voorwaardelijke pensioenaanspraken hoeven pas te worden gefinancierd op de ingangsdatum van het pensioen, of uiterlijk vijftien jaar na het moment waarop ze zijn toegezegd. Omdat de VPL-toezegging veelal is gedaan in 2005 of 2006, dienen aanspraken uiterlijk in 2020 of 2021 te zijn gefinancierd.

Het moment nadert dus dat niet langer premie (VPL-premie) verschuldigd is voor deze overgangsregeling. Veel bedrijfstakpensioenfondsen financieren de voorwaardelijke VPL-pensioenaanspraken namelijk met een opslag op de reguliere doorsneepremie. DNB is echter bang dat de pensioenfondsen te weinig geld apart hebben gezet. De voorwaardelijke pensioenaanspraken moeten dan met het reguliere pensioenvermogen worden gefinancierd, en dat mag niet zomaar menen DNB en het ministerie van Sociale Zaken. Hierdoor zullen de premies in de laatste jaren fors moeten stijgen en/of de voorwaardelijke aanspraken moeten worden verlaagd. Deze stijging geldt onder meer voor het ABP, het pensioenfonds voor de ambtenaren.

Pensioenfonds ABP

Wat weinig bekend is, is dat de VPL-regeling van het ABP afwijkt van de VPL-regeling bij andere pensioenfondsen. In de pensioenregeling van het ABP worden voorwaardelijke aanspraken namelijk pas twee jaar later onvoorwaardelijk, op 1 januari 2023. Dit is mogelijk omdat het ABP de toezegging niet in 2006 heeft gedaan, maar pas eind 2007. Het gevolg is dat er een à twee jaar langer premie verschuldigd is. Bent u aangesloten bij het ABP, houdt er dan rekening mee dat u de VPL-premie tot en met 2022 verschuldigd bent én dat de VPL-premies mogelijk zullen stijgen. 

3 mei 2018

Auteur(s) en meer informatie: