Overwerktoeslag en pensioenopbouw: hoe zit het nu eigenlijk?
Publicatiedatum: 6 januari 2025
In mijn actualiteit van 12 september 2022 concludeerde ik dat meer-uren van deeltijdwerknemers tot het pensioengevend loon moeten worden gerekend, zodat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen werknemers op grond van arbeidsduur. Maar hoe zit het eigenlijk met een overwerktoeslag en pensioenopbouw?
Verschil meer-uren en overuren
Overuren zijn uren die een werknemer meer werkt dan de voltijd werkweek, terwijl meer-uren de extra uren zijn die door deeltijdwerknemers worden gewerkt. Deeltijdwerknemers hebben eerst te maken met meer-uren voordat er – vanaf voltijd werken - sprake is van overuren. Overuren worden met regelmaat niet op basis van het reguliere salaris vergoed, maar met een toeslag (bijvoorbeeld 150% van het uurloon).
Voor de eenvoud gebruik ik hierna de term overuren voor zowel de extra uren van deeltijd- als voltijd-werknemers.
Onderscheid in cao’s
In cao’s wordt regelmatig onderscheid gemaakt tussen de beloning voor overuren van deeltijd- en voltijdwerknemers. Dit kan bijvoorbeeld op de volgende manieren gebeuren:
a) er geldt een vergoeding voor overwerk als de drempel voor overuren wordt bereikt, waarbij de drempel voor deeltijdwerknemers niet pro rata wordt verlaagd.
b) deeltijdwerknemers ontvangen pas een vergoeding voor overwerk als de voltijdnorm wordt bereikt.
c) de overuren voor deeltijdwerknemers worden anders beloond dan de overuren van voltijdwerknemers, namelijk op basis van het reguliere salaris en niet op basis van de overwerktoeslag.
Rechtspraak
Tot voor kort was er in jurisprudentie van het EU-Hof van Justitie (hierna: EU-Hof) geen eenduidige lijn te ontdekken. Het Hof ging meestal uit van een gelijke totale beloning, wat ook betekent dat de pensioenopbouw gelijk moet zijn. Ook de Commissie Gelijke Behandeling (nu: College Voor de rechten van de Mens) hanteerde in het verleden deze methodiek. Het voorbeeld hierna illustreert de methodiek van een totale gelijke beloning.
Voorbeeld: Het salaris voor het 33ste uur van een deeltijdwerknemer met een 32-urige werkweek moet worden berekend op basis van het reguliere salaris, net zoals het 33ste uur van een voltijdwerknemer met een 40-urige werkweek. Als beide werknemers in totaal 41 uur werken en er geldt een overwerktoeslag, wordt het 41ste uur van beide werknemers op basis van de overwerktoeslag vergoed.
Het EU-Hof heeft echter onlangs geoordeeld dat een andere vergoeding voor overuren voor deeltijd- en voltijdwerknemers niet objectief gerechtvaardigd kan worden. Dit impliceert dat:
a) een overwerkdrempel pro rata moet worden toegepast voor deeltijders. Dit betekent dat als er een overwerkdrempel geldt van 4 uur op voltijdbasis (40 uur), deze drempel voor een 30 uur werkende deeltijdwerknemer, moet worden verlaagd naar 3 uur.
b) werkgevers mogen deeltijdwerknemers niet pas na overschrijding van de voltijdnorm een overwerktoeslag geven.
c) deeltijdwerknemers hebben recht op een overwerktoeslag (zoals die ook voor voltijdwerknemers geldt) zodra zij meer uren werken dan contractueel is afgesproken. Dit betekent dat als er een overwerktoeslag geldt van 150% van het uurloon, deze hogere vergoeding ook moet gelden voor de deeltijdwerknemer die extra uren werkt en niet pas na het overschrijden van de voltijdnorm. Zie ook het voorbeeld hierna.
Voorbeeld: het salaris voor het 33ste uur van een deeltijdwerknemer met een 32-urige werkweek moet worden berekend op basis van de overwerktoeslag, net zoals het 41ste uur van een voltijdwerknemer met een 40-urige werkweek. Als beide werknemers eenzelfde uurloon hebben, dan is het 33e uur van de deeltijdwerknemer dus verhoudingsgewijs duurder dan het 33e uur van de voltijdwerknemer.
Het Hof verlaat hiermee dus de methodiek van de totale gelijke beloning. Ik kan me voorstellen dat de nieuwe methodiek van het Hof tot discussie kan leiden aangezien de deeltijdwerknemer hierdoor een voordeel kan hebben ten opzichte van de voltijdwerknemer.
Gevolgen voor pensioenopbouw
De recente uitspraken van het EU-Hof kunnen tot claims van deeltijdwerknemers leiden die voor overuren een lagere vergoeding hebben ontvangen dan voltijdwerknemers. Dit kan ook invloed hebben op de pensioenopbouw als de overwerktoeslag onderdeel is van het pensioengevend loon. Dit maakt deeltijdwerknemers duurder, zowel feitelijk als in verhouding tot voltijdwerknemers. Zie ook de voorbeelden die ik hiervoor heb gegeven. De wijze waarop een overwerktoeslag geadministreerd moet worden in de pensioenadministratie wordt in beginsel door de pensioenuitvoerder bepaald.
Als een overwerktoeslag geen onderdeel uitmaakt van de arbeidsvoorwaarden, blijft de conclusie mijns inziens dat de meer-uren van deeltijdwerknemers tot het pensioengevend loon moeten worden gerekend:
- In het geval van een verzekerde pensioen regeling kan dit door de deeltijdfactor aan te passen op basis van het aantal overuren, zodat i) de AOW-franchise correct wordt toegepast, ii) er geen ongelijke behandeling is en iii) er geen strijdigheid ontstaat met het pensioenreglement(omdat daarin vaak is bepaald dat het pensioengevend loon bestaat uit het vaste salaris). Voorbeeld: Als een deeltijdwerknemer met een contract voor32 uur tijdelijk 4 extra uren werkt, dan heeft die werknemer gedurende die periode een parttimefactor van 90% (= 36/40) in plaats van 80% (= 32/40).
- In het geval van een bedrijfstakpensioenfonds geldt wederom dat pensioenopbouw over overuren van deeltijdwerknemers en de administratie wijze in beginsel door de pensioenuitvoerder wordt bepaald.