Uitblijven voorwaardelijke indexatie geen aantasting eigendomsrecht

Vijf gepensioneerde deelnemers van het Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) hebben geprobeerd hun jarenlang gemiste indexatie terug te eisen. Zij stellen dat uit Europese wet- en regelgeving voortvloeit dat opgebouwde pensioenrechten kwalificeren als eigendomsrechten en dat koopkracht behouden moet blijven. Opgebouwde pensioenrechten en indexatie zijn een eigendomsrecht. De gepensioneerde PMT-deelnemers kregen nul op het rekest bij de rechtbank Den Haag.

Algemeen

De pensioenuitkering die de vijf gepensioneerde PMT-deelnemers ontvangen is al sinds 2008 niet meer verhoogd. De prijzen van goeden en diensten zijn in de tussentijd echter met 20 tot 25% gestegen. Het gevolg: een daling van de koopkracht. De gepensioneerden eisen daarom dat de kantonrechter verklaart dat PMT in strijd handelt met het eigendomsrecht.

Geen eigendomsrecht, geen strijd

De kantonrechter is duidelijk: PMT handelt niet in strijd met het eigendomsrecht door de pensioenuitkeringen niet te indexeren. De Pensioenregeling van PMT kent (en kende) slechts de mogelijkheid tot voorwaardelijke verhoging. Zolang de dekkingsgraad van PMT niet boven een bepaald percentage (van inmiddels 110%) uitkomt, bestaat voor PMT geen verplichting om de pensioenuitkering te verhogen. De gepensioneerden hebben dus slechts een onzeker uitzicht tot waardevermeerdering van de pensioenuitkering. Dit onzekere uitzicht kwalificeert naar het oordeel van de kantonrechter niet als eigendomsrecht.

Eigendomsrecht geen absolute gelding

De kantonrechter gaat nog een stap verder in zijn oordeel. Zelfs wanneer ‘de pensioenuitkering’ als een eigendomsrecht is te beschouwen én dat recht is aangetast doordat het uitblijven van indexatie leidt tot koopkrachtverlies, is geen strijd met het eigendomsrecht. Dit blijkt ook uit Europese jurisprudentie. Een beperking van het eigendomsrecht is mogelijk, mits deze beperking (i) bij wet is gesteld, (ii) de wezenlijke inhoud van het pensioenrecht eerbiedigt, (iii) noodzakelijk is en (iv) beantwoord aan doelstellingen van algemeen belang.

Aan deze voorwaarden wordt voldaan volgens de kantonrechter. Er is sprake van een wettelijke toeslagdrempel, welke voorkomt dat te snel tot toeslagverlening wordt overgegaan. Dit komt jongere generaties ten goede en waarborgt evenwicht tussen de verschillende generaties in pensioenuitkeringen. Ook wordt de wezenlijke inhoud van het pensioenrecht niet aangetast: de nominale uitkering blijft gelijk. Dat de in het verleden toegezegde € 100 per maand aan pensioenuitkering nu feitelijk nog slechts € 75 waard is, levert geen inbreuk op door PMT op het eigendomsrecht.

Indexeren niet vereist voor verplichtstelling

Het argument dat koopkrachtbehoud van pensioenen een ‘wezenlijke voorwaarde’ vormt voor de rechtvaardiging van het alleenrecht dat een bedrijfstakpensioenfonds heeft, houdt geen stand. Koopkrachtbehoud van pensioenuitkering is een van de elementen waaruit solidariteit als rechtvaardiging voor de verplichtstelling kan bestaan. De genoemde solidariteitselementen zijn echter niet meer dan dat: een niet uitputtende lijst van voorbeelden.

Ook internationale richtlijnen verplichten bedrijfspensioenfondsen (of lidstaten) niet dat de hoogte van uitkeringen zodanig dient te worden gegarandeerd dat de koopkracht van de deelnemers in stand blijft. PMT handelt naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet in strijd met Europese wet- en regelgeving.

Afsluitend

Het uithollen van pensioenen door het achterwege blijven van indexatie is al jaren een heet hangijzer. Het is dan ook de vraag of deze uitspraak van rechtbank Den Haag de gemoederen tot bedaren zal brengen. De miljardenclaim die een andersluidend oordeel tot gevolg zou hebben, doet vermoeden dat deze uitspraak niet de laatste in zijn soort is. Gezien het belang van indexatie voor de PMT-gepensioneerde is de kans aanwezig dat hoger beroep wordt ingesteld.

1 juni 2022

Auteur(s) en meer informatie: