Wat betekent het Pensioenreferendum van NSC en BBB?

Publicatiedatum: 22 januari 2025

Gisteren hebben NSC en BBB een amendement ingediend over een referendum over het nieuwe pensioenstelsel. In deze actualiteit stellen wij zeven vragen (op persoonlijke titel) over dit mogelijke referendum aan onze collega Natasja Winter zij is partner bij KWPS en voorzitter van de sectie pensioen bij de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs.

Natasja, wat houdt het voorgestelde pensioenreferendum in?
Een referendum in combinatie met het nieuwe pensioenstelsel klinkt alsof heel Nederland zou mogen beslissen over het nieuwe stelsel. Dat is niet zo. Het voorstel van NSC en BBB is dat - als sociale partners willen invaren – een meerderheid van de deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden van dat specifieke pensioenfonds het invaren kan tegenhouden. Als het voorstel van NSC en BBB wordt aangenomen en dus meer dan 50% tegen invaren stemt, dan gaat het ‘invaarfeest’ niet door.

Wat houdt invaren ook al weer in?
Bij invaren worden ingegane en niet ingegane pensioenen omgezet naar het nieuwe stelsel. Voor gepensioneerden betekent invaren concreet dat hun ingegane pensioenuitkering in principe meer variabel wordt. Voor mensen met een nog niet ingegaan pensioen wordt het pensioenrecht omgezet in een waarde en voortaan geadministreerd als een individueel pensioenvermogen. Volgens sommigen is dit invaren in strijd met de regels rond het eigendomsrecht en het is zeker dat hier rechtszaken over zullen komen.

Waarom bepaalt de wet nu dat alleen de sociale partners beslissen over invaren?
De nieuwe pensioenwetgeving betreft een totaalpakket aan verband houdende maatregelen. Haal je één wiel weg, dan rijdt een auto beroerd. Ik geef een voorbeeld: met het invaren kunnen alle buffers in een pensioenfonds worden verdeeld en onder meer worden gebruikt voor de financiering van compensatie voor deelnemers die achteruitgang ondervinden van overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Er zijn namelijk groepen die er op vooruitgaan en groepen die er op achteruitgaan. Wordt er niet ingevaren, dan ontstaat de vraag of die werknemers gecompenseerd gaan worden en zo ja wie dat gaat betalen. Beide onderwerpen zien op één van doelen die de wetgever bij de invoering van de Wet toekomst pensioenen heeft gesteld: actieve deelnemers die nadeel ondervinden van de overstap op een adequate en kostenneutrale manier compenseren. Vakbonden, werkgevers en de overheid hebben echt niet zomaar besloten de beslissing tot invaren alleen over te laten aan de sociale partners, die zich overigens door deskundigen laten bijstaan.  

Wat gebeurt er als er niet wordt ingevaren?
Als sociale partners beslissen om niet in te varen of als er door de uitslag van het referendum niet ingevaren mag worden, dan blijven de rechten en uitkeringen op grond van het huidige pensioenstelsel in stand. Het betekent dat ingegane uitkeringen in beginsel niet wijzigen en dat (gewezen) deelnemers recht blijven houden op de pensioenuitkering die in het vooruitzicht is gesteld. Dat lijkt op zich een mooie uitkomst ware het niet dat er ook andere effecten optreden, waarvan ik er hiervoor enkele heb genoemd. Het is dus niet zo gek dat de Pensioenfederatie direct heeft aangekondigd not amused te zijn over het voorstel van NSC en BBB. Er komt uit meerdere hoeken felle kritiek.

Waarom zouden gepensioneerden en deelnemers tegen invaren kunnen zijn?
Ik ben bang dat emotie de belangrijkste drijfveer zal zijn. Het idee heerst dat er bij pensioenfondsen altijd sprake was van een vaste gegarandeerde uitkering met indexatie. Dat is niet het geval. Pensioenuitkeringen zijn onder het oude stelsel altijd afhankelijk van de financiële situatie van een pensioenfonds. Als de middelen onvoldoende zijn, dan moet een pensioenfonds de uitkeringen verlagen. Vaak is te horen en lezen dat er door de overgang naar het nieuwe stelsel sprake is van een casinopensioen. Dat is gewoon onzin. Het pensioenfonds belegt de gelden in het oude stelsel en blijft dat doen in het nieuwe stelsel. Door het invaren ontstaat er niet opeens een andere economische realiteit.

In het voorstel van NSC en BBB moet het pensioenfonds de gepensioneerden en deelnemers van volledige en begrijpelijke informatie voorzien, op basis waarvan zij zouden kunnen beslissen in het referendum. Een fonds kan hierin onmogelijk in slagen, nu er per pensioenfonds vuistdikke rapportages over invaren liggen. Hoe kunnen alle stemmende deelnemers en gepensioneerde dat begrijpen?

Gaat het pensioenreferendum ook gelden voor verzekerde regelingen?
Nee. Als er sprake is van een verzekeringsmaatschappij of premiepensioenstelling als uitvoerder van de pensioenregeling, dan wordt er nooit ingevaren. Bestaande rechten en ingegane uitkeringen blijven zoals ze zijn. Deelnemers gaan in de toekomst een pensioenvermogen volgens het nieuwe stelsel opbouwen. Werkgevers met een verzekerde regeling (zo’n 67.500) hebben dus niets te maken met het referendum.

Wanneer is duidelijk of het deelnemersreferendum er komt?
Dat duurt nog even. De Tweede Kamer moet nog stemmen over het amendement. Als het amendement wordt aangenomen, kan de Eerste Kamer het nog tegenhouden. Het lijkt erop dat er in de Tweede Kamer een meerderheid is voor het amendement, maar in de Eerste Kamer niet.

Meer informatie en contact
Dirk de Wit
senior consultant
Natasja Winter
partner