Wet toezeggingen pensioenonderwerpen in consultatie
Publicatiedatum 20 juni 2024
Op 1 juni 2024 is het wetsvoorstel voor de Wet toezeggingen pensioenonderwerpen ter consultatie aangeboden. Tijdens de behandeling van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in de Eerste Kamer zijn verschillende toezeggingen gedaan. Dit wetsvoorstel zet deze toezeggingen om in concrete maatregelen. In deze actualiteit behandelen wij de voorgestelde wijzigingen.
Vrijwillige voortzetting wezenpensioen en verruiming kindbegrip
De Wtp maakt het mogelijk om de verzekering van het partnerpensioen na einde dienstbetrekking voort te zetten. Standaard wordt de verzekering drie maanden voortgezet, of zoveel langer als sprake is van een uitkering volgens de Ziektewet of Werkloosheidswet. De deelnemer kan na afloop van deze periode nog besluiten de verzekering verder voort te zetten. Voor het wezenpensioen bestaat deze mogelijkheid momenteel niet en dat zal door dit wetsvoorstel veranderen. Ook het wezenpensioen kan straks vrijwillig worden voortgezet na afloop van de standaard uitloopperiode.
Daarnaast wordt er via dit wetsvoorstel een uniforme kinddefinitie in de wet opgenomen. De huidige omschrijving van een wezenpensioen geeft pensioenuitvoerders nog enige ruimte om te bepalen wanneer sprake is van een wees. Dat is volgens de Eerste Kamer ongewenst omdat de beoogde uniformering van het partner- en wezenpensioen hierdoor niet volledig wordt bereikt. Als gevolg hiervan komen er verschillende definities van wees, afgestemd op diverse samenlevingsvormen.
Voortzetting pensioen bij arbeidsongeschiktheid
Het overgangsrecht dat in de Wtp is opgenomen ten aanzien van de voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid is zeer beperkt. De huidige wettekst sluit hierdoor niet aan bij de voorwaarden die worden gehanteerd bij verzekerde pensioenregelingen. In veel uitvoeringsovereenkomsten bij verzekerde regelingen is namelijk vastgelegd dat er recht bestaat op premievrije voortzetting in de pensioenregeling waaraan de werknemer op de eerste ziektedag deelnemer was. De Wtp kijkt kortgezegd naar de eerste dag waarop recht bestaat op een WIA-uitkering.
In het wetsvoorstel dat ter consultatie is aangeboden, wordt dit gedeeltelijk aangepast. Voor werknemers die tijdens de periode van 104 wekenloondoorbetaling onder het oude pensioenstelsel ziek uit dienst treden, is de eerste ziektedag bepalend voor de toekenning van premievrije voortzetting. Zijbehouden dus recht op premievrijstelling in de oude (pre-Wtp) regeling. Het idee is dat met deze werknemer geen wijziging naar de Wtp-regeling overeengekomen kan worden.
De voorgestelde wijziging is volgens ons onvoldoende. Voor werknemers die ziek zijn op het transitiemoment en later uit dienst gaan, zal de premievrijstelling op basis van de nieuwe Wtp-regeling moeten worden toegekend. En dit sluit niet aan bij de verzekeringsvoorwaarden en de arbeidsvoorwaardelijke afspraken. Zowel de arbeidsvoorwaardelijke toezegging als de premie voor de verzekering van premievrijstelling zijn namelijk gebaseerd op het oude premieniveau(aansluiting bij de eerste ziektedag, in dit voorbeeld een pre-Wtp regeling).De verwachte premiewijziging als gevolg van de Wtp-transitie zal daarom vermoedelijk niet worden geaccepteerd door de werknemer (bij een premieverlaging) of de verzekeraar (bij een premieverhoging). De werkgever kan daarom nooit aan het nieuwe wetsvoorstel voldoen. Onze verwachting is dat het Verbond van Verzekeraars over dit punt zal reageren op de consultatie.
Pensioen op het loonstrookje
In de Wtp is vastgelegd dat op de loonstrook moet worden aangegeven of er in het betreffende tijdvak ouderdomspensioen is opgebouwd. De inwerkingtreding is uitgesteld omdat de huidige wettekst moeilijk uitvoerbaar blijkt. Vaak is in de salarisadministratie niet direct zichtbaar wanneer een werknemer ouderdomspensioen opbouwt. Het nieuwe concept wetsvoorstel spreekt niet langer van ouderdomspensioen maar van een pensioenregeling. De wijziging zorgt ervoor dat alleen de aanwezigheid van een pensioenregeling wordt vermeld.