|
Ontwerp-richtlijn terzake van verwerking pensioenverplichtingen in de jaarrekening
Op 2 februari 2009 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving een belangrijke ontwerp-richtlijn inzake pensioenen gepubliceerd. Op grond van deze ontwerp-richtlijn kunnen veel niet-beursgenoteerde ondernemingen binnen Nederland de vaak lastige en kostbare RJ271-berekening van hun toekomstige pensioenverplichtingen achterwege laten.
De ontwerp-richtlijn gaat uit van de vraag of de onderneming (per balansdatum) nog andere verplichtingen heeft dan de betaling van de verschuldigde jaarlijkse pensioenpremies. Het toekomstige risico (bijvoorbeeld te verwachten salarisstijgingen en voorwaardelijke toeslagen) ten aanzien van pensioenen staat daarmee niet langer centraal. Door toepassing van de ontwerp-richtlijn kan in veel situaties worden volstaan met het verantwoorden van de werkelijke pensioenlasten in de winst- en verliesrekening. Het opnemen van een voorziening of vordering op de balans van de onderneming is dan niet meer nodig, behoudens in enkele situaties. De ontwerp-richtlijn mag onmiddellijk door ondernemingen worden toegepast.
PS 1 Indien boekjaren (bijvoorbeeld 2007 en 2006) nog niet zijn afgerond kan voor deze jaarrekeningen eveneens worden uitgegaan van de ontwerp-richtlijn.
PS 2 In overleg met de accountant dient vastgesteld te worden of de ontwerp-richtlijn kan worden toegepast en of een RJ-271 berekening achterwege kan worden gelaten.
PS 3 De ontwerp-richtlijn is niet van toepassing op ondernemingen met een beursgenoteerde moedermaatschappij. In dat geval gelden de internationale accountingstandaarden zoals bijvoorbeeld IFRS en FAS onverkort.
PS 4 De ontwerp-richtlijn mag direct worden toegepast. Aangezien er sprake is van een ontwerp is het mogelijk dat er nog enkele aanpassingen volgen. Deze zullen naar verwachting marginaal zijn en worden op korte termijn bekend gemaakt.
Tijdelijke knip bij beschikbare premieregelingen toegestaan
Door de scherp dalende rente en aandelenkoersen hebben veel werknemers hun gespaarde pensioenkapitaal in korte tijd voor een groot deel zien verdampen. Werknemers die aan de vooravond van pensionering staan, worden gedwongen het beleggingsverlies op hun pensioen in één keer te nemen. Om deze werknemers tegemoet te komen, staat minister Donner tijdelijk toe (tot uiterlijk 31 december 2013) dat er een zogenoemde beleggingsknip wordt aangebracht. Deze beleggingsknip houdt in dat werknemers de mogelijkheid krijgen om de inkoop van een deel van hun pensioen uit te stellen met maximaal 5 jaar. De Pensioenwet en fiscale regelgeving worden binnenkort gewijzigd in verband met deze tijdelijke knip.
PS 5 Het toepassen van de beleggingsknip biedt geen garantie dat de uitgestelde aankoop van het pensioen ook daadwerkelijk leidt tot een hoger pensioen. Dit hangt af van de ontwikkeling van de rente en de beleggingsportefeuille.
PS 6 Op dit moment vindt overleg plaats met pensioenuitvoerders over de uitvoeringsaspecten en over de termijnen waarop de beleggingsknip kan worden toegepast. De verwachting is dat op korte termijn gebruik gemaakt kan worden van de beleggingsknip. Niet duidelijk is of pensioenuitvoerders aan de knip moeten meewerken.
FVP-bijdrageregeling wederom verlengd
Werkloze werknemers van 40 jaar en ouder hebben op grond van de FVP-bijdrageregeling onder voorwaarden recht op een bijdrage aan de voortzetting van de pensioenopbouw gedurende de WW-periode. Deze regeling wordt met één jaar verlengd tot 1 januari 2011.
|
